Brandende lichamen, Dhading en Nepalese gebruiken - Reisverslag uit Kathmandu, Nepal van Angela Soest - WaarBenJij.nu Brandende lichamen, Dhading en Nepalese gebruiken - Reisverslag uit Kathmandu, Nepal van Angela Soest - WaarBenJij.nu

Brandende lichamen, Dhading en Nepalese gebruiken

Door: Angela

Blijf op de hoogte en volg Angela

21 Maart 2015 | Nepal, Kathmandu

Dag 13

Samen met Thirs, die gelukkig nu opgeknapt is, gingen we samen met een nieuwe humanistische vriend van haar op pad om de Pashupatinath tempel te bezoeken. Het is een heel tempel complex waar de heilige rivier Bagmati doorheen stroomt. We zaten op een afstandje te kijken hoe zo ongeveer 10 lichamen brandden. Ja je leest het goed. Dode lichamen van mensen die zo ongeveer twee uur geleden waren overleden, wikkelen ze hier in doeken en dan sprenkelen ze het heilige water van de rivier over de lichamen. Daarna maken ze drie of zeven rondjes (geluksgetallen) om een soort van altaar en steken vervolgens het lichaam in brand. Hoe bizar was dat om niet 1 maar wel 10 verschillende crematies bij te wonen van totaal onbekende mensen. De dood is hier veel meer onderdeel van het dagelijks leven en 90% van de inwoners weten dat ze hier op een dag ooit zelf zullen liggen. Het was een heel bijzonder tafereel die ik nooit zal vergeten. Thirsa’s nieuwe vriend Oetan vertelde ook dat het nog niet zo lang geleden nog heel normaal was om het lichaam op te eten. Of hoog in de bergen, waar de grond zo hard en bevroren is en waar geen vuur kan branden, de lichamen in stukken worden gehakt en dan worden gevoerd aan de aasgieren. Slik. Dit was weer een van de zovele gewoontes en gebruiken die ik als abnormaal en luguber beschouwde en wat voor een ander weer heel normaal is. Van al die indrukken van de afgelopen paar dagen moest ik echt even bijkomen. Ik moest me gaan voorbereiden op de volgende 5 daagse homestay trekking, die de volgende dag al om 7h30 zou beginnen.

Dag 14

Woehoe laat trekking nummer 2 maar beginnen! Om 7 uur stond ik beneden om mijn ontbijt te bestellen, maar het blijft natuurlijk Nepal, waar de meeste mensen het niet zo nauw nemen met de afgesproken tijden. Geen kok dus. Afijn, onze gids Rajesh, mijn oude vertrouwde gids, was wel weer op tijd en uiteindelijk vertrokken we rond een uur of 8 naar de Dhading vallei met een of ander lokaal busje. Alweer een ander soort busje. Het enige wat hetzelfde blijft zijn de jongens die als omroeper/kaartjes verkopers werken. Ze hangen zo ver mogelijk naar buiten en schreeuwen over straat waar de bus naartoe gaat. Vervolgens stapten we nog een keer over en in die bus bleven we 3 tot 4 uur lang zitten. Door een verkeersopstopping werden dat er uiteindelijk meer dan 5. We werden met grote ogen aangekeken. Vooral kinderen vonden ons erg interessant. De bus stopte een aantal keren en we zagen mensen komen en gaan, maar niet alleen maar mensen, ook kippen werden passagiers. Één man probeerde zelfs een wat leek 50 kilo zware zak met rijst de bus in te proppen. Hij kwam alleen niet door de deuropening dus moest hij wachten op de volgende bus. Ik moest de hele tijd denken aan Shelley. Die heeft wagenziekte en zou nooit of te nimmer in deze bus kunnen zitten waarbij ieder hobbeltje op de weg bijna een torpedo is. Je vliegt van links naar rechts, omhoog en omlaag en dat dan voor zoveel uren lang.

Na een lange rit waren we er en sleepten we onszelf voort met onze backpacken. Ik voel me nog altijd een beetje een wannabe backpacker met dat grote en zware ding op m’n rug. We lunchten bij weer een lokaal Nepalees gezin. Dit was alleen een heel ander soort huis als bij mijn vorige gastgezin. Het huis bestond uit twee kamers; een slaapkamer met twee bedden en de kamer ernaast waar alleen een kookstelletje stond. De wc was drie meter verderop en was niet meer dan een gat. Dit zal nog wat worden de komende dagen. Ik miste nu al een normale wc. Bij binnenkomst kregen we een Tika op ons voorhoofd gedrukt. Dit is een mengsel van ongekookt rijst (want dat is dan puur), melk, yoghurt en rode kleurstof. Natuurlijk vergat ik daarna direct dat ik dat op m’n voorhoofd had en zag iedere keer bij het afvegen van mijnvoorhoofd een rode smurrie op mijn handen. Dat zal er lekker uit hebben gezien na een paar uur lopen. Spiegels hebben ze hier gelukkig niet. Na een paar uur wandelen kwamen we aan bij het huis waar we onze eerste nacht zouden doorbrengen. We werden daar verwelkomt door de vader van Rajesh. Na wat gevoetbal gingen we ons eigen brood maken (chapati), wat ons avondmaal zou zijn. Of naja het enige wat wij hoefden te doen was met een deegroller het hompje deeg tot een pannenkoek pletten. Daarna gaf Rajesh ons een rondleiding door een dorpje wat net archeon leek. Overal huisjes van klei en hout. Toen we er kwamen was het dorp verlaten op één vrouw na. Die lag onder een deken met de rug naar ons toegekeerd. Onze alleswetende gids vertelde dat die arme vrouw van 97 een gebroken rug heeft opgelopen van een koe die haar vanachter omver had gebeukt. Ze kan niet naar het ziekenhuis, want daar is geen geld voor en tevens zou ze die tocht omlaag nooit halen. Ze ligt dus eigenlijk gewoon op de dood te wachten. De mensen die hier leven hebben vaak nog nooit meer dan hun geboortedorp gezien en leven dag in dag uit op het land. Ze staan om half 5 op en werken tot ze om 9 uur weer kunnen slapen. 7 dagen per week, jaar in, jaar uit alleen maar voor een maaltijd, tot ze erbij neer vallen. Wij zouden ze als arm beschouwen, maar dat is niet zo. Ze kennen hier niet anders en weten niet eens hoe het er in een andere plaats van Nepal aan toe gaat, laat staan aan de andere kant van de wereld. In onze ogen hebben ze misschien niet veel, maar ze zijn tevreden en gelukkig en super sterk! We sloten de bijzondere en enerverende dag af met een kampvuur bij een heldere sterrenhemel.

Dag 15

O mijn god! Ik schrijf dit verhaal in m’n bed boven een stal met twee buffalo’s. De toilet hygiene is hier ver te zoeken. En na vannacht ruiken we daar zelf ook naar met al die koeienstront recht onder ons. Gelukkig zit er geen glas in de ramen, want dan kan het hier nog een beetje door luchten. Nog drie dagen en we kunnen een douche nemen..waah! Het heeft ook wel wat hoor, maar dit gaat wel ongeveer 100 keer zover als kamperen. En dat doe ik al nooit. De dag begon zo:

We ontbeten chapati en hoorde van Rajesh zijn vader dat hij nog een nachtje zou blijven om de volgende gasten op te vangen. 5 Belgen: een echtpaar en hun drie jonge kinderen van 8, 5 en 2 jaar oud. Thirs en ik zaten elkaar aan te kijken.. Hoe dan?! Wij hadden echt de grootste moeite om die berg te beklimmen, laat staan drie kinderen van die leeftijd.
Vandaag was echt een stap terug in de tijd. De trekking was gelukkig niet zo stijl als in Dollu, maar desalniettemin waren er stukken waar onze knieën, bovenbeenspieren en kuiten het flink te verduren kregen. We kwamen langs dorpjes en schooltjes waar ze ons allemaal vrolijk begroette met hun handen op elkaar bij hun voorhoofd. ‘Namaste!’ Klonk het in koor. Vooral die kindjes waren allemaal heel enthousiast om twee blanke blauw ogen te zien. Ook passeerden we een huis waar een man en een vrouw woonden die al 78 jaar getrouwd zijn... 78 jaar!! Ze waren uitgehuwelijkt op hun 5e (meisje) en 11e (jongen). Bizar! Waar je ook keek het uitzicht was overal adembenemend. Met bergen, bomen, beekjes en weilanden zover als je kon kijken. Het miezerde wel een beetje, maar dat kwam eigenlijk wel goed uit, omdat we ons dan niet helemaal kapot zweetten. We namen verschillende pauzes om van de omgeving en het uitzicht te genieten. Hoe dichter we bij ons volgende dorpje kwamen, hoe meer geiten en koeien je zag. Uiteindelijk waren we daar rond half twee en lunchten we bij het enige ‘restaurantje’ wat ze hier hebben. Dal bhat natuurlijk. Daarna verkenden we onze slaapstal, dumpten onze rugtassen en gingen nog een middagwandeling maken. Ons diner was uiteraard bij hetzelfde tentje en bestond dit keer uit noedels met groentes en gebakken ei...lekkuuuur! We zaten binnen aan de enige tafel. Het was een ruimte achter de keuken van hooguit 6m2. Ondertussen kon je ook door een raampje gluren en zag je weer het huis van de buren. Ik schrok me rot toen ik even voor me uit zat te staren en er ineens een gezicht voor me kwam. Verder was er een zeil over het plafond gespannen, met een paar gaten erin. Toen ineens hoorde we een muis of rat erop lopen en keek ik echt om minuut naar boven waar dat beest zich ongeveer bevond. Thirs en ik hebben hierbij een paar keer gedacht aan Lisanne en haar insecten fobie.

Oké nou ik ga nu proberen te slapen met al die geluiden om me heen. Een bel die af en toe afgaat, jankende honden en bovenal de buffalo’s die je nu onder me hoort grazen in het hooi. Wens mij veel succes.

Dag 16

Na de kortste en onrustigste nacht ooit, werden we om 6 uur gewekt door de wekker. Die avond waren we vroeg gaan slapen, maar dat heeft de nacht niet langer gemaakt. Om de twee uur werden we wakker van de storm die over het dorpje waaide. Dan hoorde je weer rare geluiden vanuit de stal onder ons en de kippen, honden en geiten die non stop geluiden produceerden. Het plan was om er vroeg uit te gaan en de zonsopgang te bekijken en daarna een grot te bezoeken. Echter stormde het buiten nog steeds en Thirs en ik waren zo uitgeput dat de gedachte aan een twee uur durende wandeling in de regen, niet echt een lekker vooruitzicht was. We besloten beide dat het beste was, om nog heel even te blijven liggen en zo onze krachten te sparen voor de tocht van vandaag. Ook deze zou ongeveer 4 uur duren, maar we namen uitgebreid te tijd om te pauzeren en al het moois in ons op te nemen. Bomen, bergen, torenhoge rotswanden, zandpaden, dorpjes,scholen, landwerkers, we liepen ze allemaal voorbij. We lunchten boven op een berg en zagen van daar de pass van onze tocht, oftewel het hoogste punt en vanaf daar zouden we de daling inzetten. Ben maar één keer uitgegleden op een gladde steen en natuurlijk had Thirs toen net haar camera draaien. Aan het eind van deze dagelijkse trekking hadden we het wel zwaar gekregen. De dreunen op je knieën zijn niet niks en met de zon brandend in je gezicht, was het af en toe echt even doorbijten. Uiteindelijk kwamen we aan op de plaats van bestemming: Rajesh zijn ouderlijk huis. Wat een geweldig plekje op aarde is dit zeg. Heel idyllisch en zo uit het boekje. Het is een vallei die wordt gescheiden door een rivier met keien en glashelder water. Nadat we het gebruikelijke Dal bhat hadden genuttigd, wilden we wel even relaxen bij de rivier. De weg ernaartoe was alleen niet zo gemakkelijk als het leek . We moesten naar een plek waar het water diep genoeg was voor een duik en dat was voorbij de brug op een paar honderd meter afstand. Die paar honderd meter afstand waren alleen door de rivier zelf, balancerend op glibberige keien. Eenmaal daar aangekomen maakten we het ons gemakkelijk op een stukje gras. Rajesh en Thirsa gingen dapper het koude water in, maar ik koos ervoor om het (ja I know schijterig) toch maar niet te doen. Ik moest op een gegeven moment wel nog een meter van mijn plekje omlaag glijden, omdat ik anders vertrapt zou worden door een paar koeien die recht op mijn goede plekje af kwamen denderen. Thirsa lachen natuurlijk.. Ik was maar net op tijd. Nadat ik ’s avonds nog heel even van de sterren had genoten, en zelfs een vallende ster heb gezien, lig ik nu lekker in mijn bedje onder de klamboe.

Dag 17

En ik maar denken dat ik vannacht eindelijk een beetje rustig zou kunnen slapen op een heerlijk bed met klamboe. Nou mooi niet dus. Midden in de nacht schrok ik wakker van een harde bonk. Daarna vaag gemompel en voelde ik ineens wat op me. Was Thirs uit d’r bed gevallen en had de hele klamboe met zich mee getrokken. Die lag dus op me. Ze probeerde het weer aan het plafond vast te maken en ik probeerde te slapen, maar na een hoop gemopper en gevloek werd ik klaarwakker en had ik geen andere keus dan opstaan en helpen om dat ding weer op te hangen. Toen ik eindelijk weer (maar licht) sliep schrok ik weer wakker toen Thirs keihard in haar slaap ‘neeee’ schreeuwde. Dus tot zover mijn bijslaap nachtje. Ook nooit gedacht dat mijn mini naaisetje nu al voor de tweede keer van pas zou komen. Eerst om een gaatje in mijn broek te maken die ik had opgelopen toen in met mijn kont op een blijkbaar puntige rots zat en nu om het gapende gat in de klamboe te repareren. Gelukkig was dit een rustdag en gingen we eerst zonnebaden en zwemmen in de rivier. Het water was heerlijk en ik kon er ook zo aan wennen om er met kleren en al in te gaan. Het blijft Nepal waar ze het niet zo normaal vinden om dames in bikini’s te zien rond hobbelen. We genoten uren van de zon, het welkome windje en de prachtige natuur. Af en toe zag je dan weer iets voorbijkomen, wat je in Nederland nooit zou zien. Zoals 3 geiten zonder herder die zo even een erg wankele brug van bijna 20 meter overstaken. Het was echt een heerlijk relaxte dag en ik ga deze niet toeristische, prachtige, idyllische omgeving zeker erg missen. Morgen wordt weer een reisdag en ons wekkertje gaat om 6 uur. Ik kan niet wachten totdat ik onder de douche kan en mijn haren wassen. Halleluja!

Weetjes en gebruiken (en merkwaardigheden) van de hedendaagse Nepalees:

Als de vrouwen hun haar hebben geborsteld moeten ze op de uitgevallen haren spugen, voordat ze het weggooien.

Ze slaan hier nog kinderen met stokken, we hebben juffen bij schooltjes gezien met een soort van bamboe stok die ze dreigend in hun handen hielden.

Je kan nergens een Nepalees tegenkomen zonder dat je een soort gegorgel hoort die me doet denken aan de geluiden die de walkers maken (voor degene die The Walking Death kijken) en vervolgens hun kwat uitspitten. Echt altijd en overal. Gadver.

Veel dieren zijn heilig. Zelfs een bij.

De Tibetaanse vlaggetjes die je hier overal ziet zijn vrolijk gekleurd, maar dat heeft een reden. Ze vertegenwoordigen de 5, ja 5 elementen: water (blauw), aarde (groen), vuur (rood), lucht (wit) en tenslotte de zon (geel).

Vrouwen zijn tijdelijks hun maandelijkse feestje onrein en mogen niemand in de familie aanraken. Ze mogen niet koken of zelfs in de keuken komen. Ze mogen ook geen bomen en bloemen aanraken.

Nadat een ouder is overleden, moet de zoon of dochter een jaar lang alleen maar witte kleding dragen.. Een jaar lang!! Met al dat stof hier lijkt me dat nogal onmogelijk.

Kleine kindjes, zelfs baby’s dragen make up.

Ze hebben de deuren hier kleiner gemaakt zodat zelfs een Nepalees moet bukken als hij het huis naar binnen of buiten gaat. Dit doen ze om de goden te eren. Voor ons grote Hollanders is dat af en toe niet echt handig.

Ze gebruiken een andere kalender, het is nu het jaar 2071. Dus het geboortejaar van onze gids Rajesh is 2050...strange.

  • 24 Maart 2015 - 08:20

    Mams:

    Hee dochter, heb genoten van je verslag. Moest lachen bij t stukje waar je schreef over je belevenissen met allerlei ongemakken terwijl je nog nooit gekampeerd hebt. Haha de gites in la france waren echt luxieus vergeleken bij wat je nu meemaakt. Lekker schone badkamer en toilet. Knuffel Xxx

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Angela

Hallo hallo iedereen! Over twee weken is het zover! Dan gaan eef en ik voor 5 maanden lang naar het mooie Thailand; of iets specifieker: Bangkok. Op deze manier wil ik graag mijn ervaringen delen...en om jullie een beetje jaloers maken natuurlijk, want over niet al te lange tijd ben ik me waarschijnlijk geestelijk aan het voorbereiden op een heeeerlijke Thaise massage op het strand!

Actief sinds 16 Jan. 2012
Verslag gelezen: 341
Totaal aantal bezoekers 13899

Voorgaande reizen:

01 Maart 2015 - 02 Juni 2015

Lang leven de backpack

01 Februari 2012 - 05 Juli 2012

Thailand; Bangkok

Landen bezocht: